Wat is een goede fietsschoen?
1. De zool
Het meest belangrijke onderdeel van een fietsschoen is de zool. De stijfheid van de zool bepaalt de mate van krachtoverbrenging. De zolen van standaard fietsschoenen zijn gemaakt van nylon. Mogelijke versterkingen van carbonmateriaal bij de pedalen verhogen de stijfheid gedeeltelijk. Veeleisende wielrenners geven de voorkeur aan zolen die helemaal stijf zijn. Dat zijn zolen van carbon-nylon-composite, een composietmateriaal van carbon en nylon en natuurlijk zolen die helemaal van carbon zijn. Hoe hoger het percentage aan carbon, hoe stijver en lichter de zool is en hoe duurder ook de schoen wordt.
Alle zolen hebben bij het pedaalgedeelte een opening voor pedaalplaatjes. MTB-fietsschoenen zijn compatibel met SPD pedalen, racefietsschoenen met SPD-SL pedalen. Sidi-fietsschoenen zijn bij de zeer prestatiegerichte wielrenners bekend door hun buitengewoon hoogwaardige en efficiënte zoolconstructies.
2. Bovenschoen
De bovenschoen is verantwoordelijk voor de perfecte pasvorm van de fietsschoen. De voet moet stevig zitten, mag niet wegglijden, anders wordt de krachtoverbrenging verlaagd. De bovenschoen van fietsschoenen is meestal gemaakt van synthetisch leer. Er zijn maar weinig high class schoenen van natuurlijk leer. De bovenschoen moet ergonomisch gevormd zijn, de voet helemaal omsluiten en wrijvingsarm verwerkt zijn. Zomerfietsschoenen moeten goed geventileerd zijn door inzetstukken van netmateriaal of door perforaties in het leer. De elasticiteit van het materiaal moet draagcomfort bieden zonder dat de ondersteuning wordt benadeeld. Versterkingen bij de hiel en tenen ondersteunen en beschermen extra.
3. De sluiting
De optimale sluiting past de fietsschoen individueel, snel en eenvoudig aan de vorm van de voet aan. Hierbij moet erop worden gelet dat de sluiting vaak ook tijdens het rijden opnieuw ingesteld moet worden. Traditionele wielrenners kiezen altijd nog voor de klassieke vetersluiting. Tijdens het rijden kan een schoen met veters niet zo eenvoudig opnieuw worden gesloten. Dat gaat beter met een klittenbandsluiting, die echter na een tijdje ook wat losser gaat zitten of een combinatie van gespsluiting over de wreef en klittenband aan de voorkant van de voet. Gespsluitingen kunnen snel en voor lange tijd worden vastgezet en ook nog op de millimeter precies tijdens het rijden. Steeds meer wielrenners kiezen intussen voor draaisluitingen (bv. BOA). Dunne draadkabels zorgen voor een vlakke sluiting en worden met een draaisluiting niveauloos ingesteld. De draaisluiting is heel eenvoudig en kan ook tijdens het rijden worden bediend. Ook draaisluitingen worden vaak gecombineerd met klittenband.
4. De binnenzool
De binnenzool van een fietsschoen moet de voet ondersteunen en de temperatuur reguleren. Hiervoor is de binnenzool ergonomische gevormd en voert het vocht snel af. Bovendien moet de zool een antibacterieel, geurremmend oppervlak hebben. Vaak kunnen binnenzolen ook uit de schoen worden gehaald en vervangen worden door persoonlijke inlegzolen. Bij enkele Scott-fietsschoenen kan de zool aan de welving van de voet worden aangepast door middel van twee verschillend dikke inzetstukken.